Mammalapuram, dag 40
Door: Reinier en Marianne
Blijf op de hoogte en volg Reinier en Marianne
21 Januari 2009 | India, New Delhi
Mammalapuram,
Het is 2e kerstdag en we zitten om even over 09.00 uur in de tuk-tuk op weg naar Mammalapuram, waar we ruim één week willen blijven. Hettie, Willie en Tijmen van harte met jullie verjaardag! Ons kerstgevoel bestaat uit een heerlijk koel briesje dat binnenwaait, het uitzicht op de wegen met steeds minder verkeer en het vlakke landschap dat een aantal keren het zicht op zee toelaat. En een gevoel van rust, de drukke stad verlatend en straks verdiende rust aan zee zonder programma en zelf gecreëerde verplichtingen. De tuk-tuk driver heeft het naar zijn zin, het volume van de oude autoradio met bijna antieke Engelstalige nummers wordt nog een paar klikjes hoger gezet, wij zetten af en toe ook even in en zo schiet het lekker op. De driver stopt plots voor een grote muur met een rij stenen olifanten en meent helemaal zelfstandig dat we hier wel even willen kijken. Het blijkt een soort pretpark te zijn. Misschien waren we toch iets te vrolijk! Of hij! Ons belang is meer gericht op de eindbestemming en bovendien is hetgeen we zien niet aanlokkelijk genoeg om het voorgevoel van de driver op te volgen. We nemen snel op de yankee-way een paar kiekjes en gaan weer verder.
Onderweg moeten we een paar keer een slalom maken om wat hekken, die het verkeer van beide richtingen dwingt van hetzelfde weggedeelte gebruik te maken. Een snelle observatie leert dat de directe omgeving geen aanleiding geeft deze barrière op te werpen. De wegen zijn recht, het uitzicht prima, geen wegwerkzaamheden, geen uitrit voor werkverkeer, totaal geen herkenbare functie.
Na 1.5 uur en zo’n 60 km komen we in het kleine plaatsje aan. Weer iets vreemds, we moeten entree betalen om het dorp binnen te komen. Een paar uniformen doen de hele dag niets anders dan een paar centen vangen van elke passant en aan een touw trekken voor het op- of neerhalen van een tot slagboom geridderde palmboomstam. Misschien een vorm van wegenbelasting? Het komt veel voor vertelt de driver, terwijl hij de aalmoes armer is.
We vinden snel het hotel en nemen afscheid van de vriendelijke en nog steeds vrolijke driver, die hetzelfde stuk weer terug moet naar Chennai.
Ineke heeft voor ons een kamer geregeld, we nemen onze intrek en gaan op verkenning. Het plaatsje heeft een hoofdstraat van hooguit 2 km met een paar zijstraten, die nauwelijks verhard zijn. Het is erg druk op straat en opvallend zijn de vele blanke mensen; het toeristengehalte is hier relatief hoog. Ook opvallend zijn de vele ’handcraft’ winkeltjes en de jeweller shops, vertegenwoordigd door een steevast voor de zaak bivakkerende medewerker, die dwingend uitnodigend geluiden en bewegingen maakt om toeristen de winkel in te lokken. ‘Hallo madam, hello sir’ worden op de meest vriendelijke en gastvrije manier afgewisseld met ’Where are you from?’ of ’Just look, no buy!’ Het is duidelijk het 80-er jaren Spanje, alleen op veel kleinere schaal.
Het hotel ligt zo’n 200 meter van strand, waar in diverse kleuren grote sloepen klaar liggen het ruime sop te kiezen om de netten uit de gooien. Die netten liggen als gekleurde kluwen verspreid op het strand. Een paar vissers zijn bezig de netten uit te rollen en te repareren. In korte tijd krijgen we een goed beeld van het dorp en gaan terug naar het hotel. Daar ontmoeten we Ineke, Hans en de kinderen Isis en Devi. Een goed bereisd stel met veel kennis en ervaring van India. Ineke heeft 3 jaar in Noord-India gewoond en daar vrijwilligerswerk gedaan. Ze verblijven eigenlijk in Pondecherrie, 3 uur rijden vanaf Mammalapuram, maar ze zijn nu even met vakantie en ze moeten 5-1-09 weer terug zijn omdat hun kinderen dan weer naar (de internationale) school moeten. We praten even wat reiservaringen bij, drinken wat in een restaurant aan het strand en horen dat Ineke een hotel aan het strand heeft geregeld voor ons allemaal. We gaan een kijkje nemen en de dag erop is al een kamer vrij. Wij krijgen deze primeur omdat het gezin een paar dagen een andere plaats willen bezoeken en daarna in dat guesthouse willen. Volgens de planning van het g-house past het allemaal precies.
In één van de vele restaurants gaan we samen eten, maken er een gezellige 2e kerstavond van waarbij we wat uitgebreider kennis met elkaar maken. Marianne en Ineke kennen elkaar al jaren; de aanhang gaat het nader kennismaken goed af.
De volgende dag, dag 41, pakken we ons boeltje weer en verplaatsen ons naar het guesthouse op het strand, uitzicht op zee. Geweldig stekkie met stip: Sri Harul guesthouse. Redelijk ruime kamer, badkamer met toilet, wastafel en douche (jawel, koud water) en een prachtig balkon aan strand. Twee makkelijke stoelen, wie doet ons wat! De drie kamers aan de voorzijde hebben één lang gemeenschappelijk balkon. Wij hebben de middelste kamer. Aan de ene kant hebben we een setje landgenoten als buren, de andere buren zijn een jong Frans stel. Met de Nederlanders hebben we een kort contact omdat ze na een paar dagen weer vertrekken. Het Franse stel is wat alternatief, in ieder gaval zijn de Aziatische invloeden aardig doorgebroken gezien de aangepaste lokale kleding waarin men loopt en de mantra’s die men afspeelt in de enkele momenten dat ze aanwezig zijn. Deze omgeving vormt het decor waar we de komende dagen op een buitengewoon relaxte manier verblijven. De dagen gebruiken we om wat bij te komen van alle misschien wel te snel opeenvolgende indrukken die we hebben opgedaan. We hebben een aardig tempo gehad vanaf het begin. Steden nodigen toch meer uit om actief te zijn dan zo’n idyllisch plekje aan zee. En we hebben vrijwel alleen nog maar steden gehad op de Nepalese trekking na. Dus dit is een bijzonder aangename afwisseling.
We blijven tot 3 januari in deze plaats en de meeste tijd besteden we aan passieve ontspanning, wat uitslapen, strandwandeling, lekker zwemmen in 25 graden zee, bijwerken van de weblog, internetten, wat rondsnuffelen in het dorpje, leuke restaurantjes ontdekken, kortom vakantie! We vergeten door de mentale en fysieke rust bijna dat we de reis naar Sri Lanka nog moeten regelen. We hebben eigenlijk wel tijd om dat zelf via internet uit te zoeken, maar het is niet alleen de vlucht naar Colombo, maar ook de retourvlucht. En wat daarna? Het is slim daar nu al over na te denken, want Marianne weet dat de staat Kerela, aan de westkust van Zuid India ook heel mooi is. Ineke en Hans bevestigen dat en Ineke geeft een paar erg aantrekkelijke suggesties. Dat betekent dat we de retourvlucht op Trivandium, de hoofdstad van die staat, moeten plannen. We kiezen een travel-agent die alles voor ons uitzoekt. Na alles op een rijtje te hebben gezet, is het financieel veel verstandiger een retourvlucht op Chennai te nemen en daarna met de trein naar Kerela. Dat kost wel bijna 2 dagen extra, maar gelukkig is tijd niet echt een schaarste. Nu eens niet! Dat voelt wel heerlijk comfortabel. De travel-agent regelt alles en we vliegen op 3-1-09 naar Colombo, Sri Lanka, op 21-01-09 ‘s morgens op tijd retour naar Chennai en diezelfde dag aan het einde van de middag per trein naar Trivandium. Alle e-tickets ontvangen we, dus dat is weer allemaal geregeld.
Met Ineke, Hans, Isis en Devi is het erg gezellig. Ze gaan een paar dagen naar een andere plaats en komen 31-12-08 terug, precies op de dag dat het Nederlandse setje vertrekt. We zijn nu noabers, wat hen ook niet vreemd klinkt omdat ze echte ‘Windbuul’n’ zijn. We hebben leuke gesprekken, maken pret met de kinderen, die heel adrem en slim zijn, gaan ook vrij veel ons eigen gang, maar oudejaarsavond vieren we samen.
Zonder het van elkaar te weten vinden we hetzelfde kraampje, waar men zowaar oliebollen heeft. Lang niet zo lekker als jij ze bakt Thom, maar voor het idee zo ver van huis onze nationale lekkernij te vinden is toch wel bijzonder. Als we elkaar treffen tonen we trots onze buit. Dat zet de lachspieren in beweging.
We zitten met nog een paar andere gast-huis-gasten op het overdekte maar open dakterras van ons guesthouse, dat is ingericht als restaurant Good Luck en wordt gerund door een uiterst spraakzame maar sympathieke Davu en zijn Japanse vriendin. Davu is 26 jaar, erg slim met goeie ideeën en heeft een uitgebalanceerde mening over de kansen voor toerisme in India. Als je eenmaal met hem aan de praat raakt ben je hem zo maar niet kwijt. Maar het meest waarderen we zijn kookkunst. Dat is ook de reden van onze aanwezigheid daar juist die avond omdat hij een veelbelovend menu heeft. Eerder die week weet hij onze smaakpapillen, neusvleugels, maagsappen, kwijlklieren en alles wat maar in beweging wil komen bij de gedachte aan lekker eten, weten te veroveren met verrukkelijke garnalen. Jawel kookvrienden, het is zover, neem dit goed in je op.
Middelgrote garnalen, hoeveelheid is veel groter als je weet hoe lekker het is, dus dat is vrij in te vullen. Tijgergarnalen zijn ook prima, maar de Noordzeegarnaal is zeer geschikt. Olie in de pan en knoflooksnippers erbij en deze kort fruiten, de rode peper in dunne reepjes zaadloos erbij. Tot zover niets nieuws. Maar helemaal geweldig zijn de garnalen als je ze kort braadt met daarnaast koreander, mint en komijn. Koreander en komijn wordt hier veel als specerij bij het koken gebruikt, voor ons een ontdekking. We hebben onze vingers nog, maar het scheelde niet veel.
Nieuwsgierig naar het oudejaarsmenu zijn we inmiddels niet meer, want Davu laat ons de grote oranje kerstverse krab zien. Hij heeft er één en Reinier reserveert hem of haar direct. Marianne laat zich verleiden door de mooie grote tijgergarnalen. We eten er lekker van maar de smaak van eerder wordt helaas niet overtroffen. Drankjes erbij en in gezelschap van Hans, Ineke en de kinderen, die nog wat wakker moeten worden van hun voorslaap slaapje, nadert middernacht aardig. Het is warm, graadje of 22, maar een lekker zeebriesje. Het is toch altijd weer een speciaal gevoel, de overgang naar een nieuw jaar. We zijn ook met de gedachten bij familie en vrienden, met wie we anders dit bijzondere moment vieren. We zijn jullie in ieder geval voor, want 4.5 uur vroeger dan in Nederland barst hier het vuurwerk los. Het is niet helemaal duidelijk hoe laat het precies is; onze klokjes geven nog zo´n 10 minuten aan, maar op het dakterras wordt al wat gezoend en handen geschut en we zien al vuurwerk, hoewel wat magertjes. Internationaal is er kennelijk geen eenheid in tijd, maar ach…. wat is tijd?! We gaan ook maar over tot de nieuwjaarsomhelsingen en spreken de wederzijdse goede wensen uit; het was me wel een jaartje en 2009 zal ook weer heel wat beweging teweeg brengen, daarover zijn we het eens. Onder het bewonderen van al het mooie vuurwerk schudden we handen en spreken we meertalige nieuwjaarswensen uit. Het vuurwerk is prima te zien vanaf het dakterras. Het strand en de zee kleuren zich met wisselende intensiteit in het onregelmatige licht van het vuurwerk. Op het strand is het behoorlijk druk. Er zijn een paar kampvuurtjes te bekennen en de silhouetten bewegen wel en niet.
Het geluid van de feeststemming op strand golft langzaam door de nacht naar het dakterras. Het is 2009. Iedereen een heel gelukkig en gezond nieuwjaar. We SMS-en deze wens naar familie en vrienden. De kleine inmiddels koude oliebollen verdelen we onder alle aanwezigen, nadat we zelf uiteraard warm voorgeproefd hebben. We missen de krenten en natuurlijk de appelflappen.
We gaan met onze vrienden/ buren op het balkon nog even verder. De cola gaat sneller dan de rum. De honden op het strand hebben net zoveel herrie als anders; misschien is het voor hen wel elke avond oudjaar. De bewegingen en het geluid op het strand worden langzamerhand minder, een enkele dronkaard waggelt nog mompelend voorbij, in de verte zien we nog een verlate vuurpijl. Het was een mooie warme eerste nacht van het nieuwe jaar.
De volgende dag, dag 46, slapen we uit, brunchen we in een restaurant, bellen naar huis en vervolgen ons relaxte leventje. We doen bij de vele restaurantjes onze uiteenlopende ervaringen op voor lunch en diner. Er blijven een paar favorieten over. Ineke deelt haar vele Aziatische eetervaringen met ons en leert ons de locale eetgelegenheden kennen en herkennen als het om een betrouwbaar restaurant gaat.
Zo leren we dosai en chapatti eten, wat weer in verschillende variaties is te krijgen, zoals uien, massala (aardappels en curry) en naturel. De bijgeleverde sauzen zijn lekker en we weten vrij snel welke we wel en niet kunnen hebben. Ook de prijs is opmerkelijk laag. Op een gegeven moment zitten we met Hans, Ineke, de kinderen en wij te eten en zijn totaal 145 roepies kwijt, omgerekend € 2,40. Echt waar! Als je die tenten steeds weet te vinden kun je met recht een low-budget vakantie houden.
De eetgelegenheid is vooral functioneel ingericht en er is geen aandacht geschonken, zoals bij de meer toeristisch georiënteerde restaurants, aan een gezellige sfeer. Het is meer een bedrijfsruimte met ‘s avonds de bijpassende verlichting. De tafels staan dicht op elkaar zodat de ruimte optimaal wordt benut. Het is er als wij er komen altijd druk en elke zitplaats is er één, het doel is je maag vullen en dat kan evengoed met een totaal vreemde vlak naast je of tegenover je. Zodra je zit wordt een metalen beker met water voor je neergezet. Het is ‘veilig’ water. Je krijgt een groot blad van een bananenboom of zoiets voor je en je bord met de bestelling. De locals gooien de rijst op het blad, mikken de sausjes er vlak boven en gaan met één hand beide wisselend mixen en kneden en schuiven het op de tong, waarna de fysieke infrastructuur gaat werken. In elk local restaurant zijn wasbakken in het eetgedeelte en er wordt collectief gebruik van gemaakt. Mensen zijn hier erg hygiënisch. We zien behalve in de restaurant mensen zich wassen bij de waterput die veel huizen hier hebben. Ze wassen intensief de kleding en zichzelf; de omloopsnelheid van zeep moet hier behoorlijk zijn.
In een ander restaurant waar het vrijwel altijd rustig is, eten we regelmatig fried rice of een pasta. Ook weer voor belachelijke lage prijzen. De eigenaar is erg blij met ons en doet ons steeds voorstellen bij hem vis te eten. Hij maakt er iets bijzonders van. We ‘happen’ maar een keer toe en we maken een afspraak. ‘s Avonds komen we in zijn gastloze restaurant en hij presenteert ons bijna rechtstreeks uit het zoute water een halve meter witvis, en een grote schaal tijgergarnalen. Dat zal een leuk maaltje voor ons zijn, belooft hij. Afgezien van de erg hoge prijs voor deze vermeende lekkernij is de hoeveelheid van het aangebodene onevenredig met onze eetlust en -capaciteit. Vraag en aanbod lopen wat uit de pas, zou je kunnen zeggen. Om hem niet helemaal te ontmoedigen voor zijn moeite alle vis en aanverwante artikelen in te slaan, bestellen we een nogal wat duurdere maaltijd dan we plegen te kopen. Hij is toch nog blij en dat wordt ie nog meer. Hij verkoopt namelijk ook stenen beelden. We gaan onze Mammalapuram ontdekkingsreis bij wat beeldhouwers kijken en informeren eens fictief naar en onderhandelen idem over wat grotere stenen beelden. Wat als een niet serieuze info begint, verandert gaandeweg in enthousiaste koopneigingen. Naar de verkoper moet nog even het enthousiaste eraf en daarvoor plaats maken voor een meer zakelijke benadering. We hebben inmiddels wat ideeën over prijzen en soorten steen en beginnen een al veel toegepast praatje met de restauratiehouder annex beeldhouwer over zijn beelden. Vol energie over de nieuw ontwaarde kansen nodigt hij ons uit in zijn shop en werkplaats. We vragen naar prijzen en kwaliteit. We helpen hem daarmee danig nuanceren met het verschepingsbedrag in ons achterhoofd en kopen uiteindelijk een mooie zwart granieten cobra. Te groot en vooral veel te zwaar om in de rugzak mee te nemen, dus verschepen. Dat kan voor € 200 en het maakt niet uit hoeveel stuks beneden de één meter je erbij verscheept. We weten dat Hans en Ineke ook een beeld willen kopen en brengen hen met de steeds in hetzelfde gewaad geklede kunstenaar in contact. Na heftige onderhandelingen in roepies omdat de euro heel sterk staat, kopen zij ook een beeld waardoor ook onze transportkosten worden gehalveerd. Iedereen blij; win-win-win.
Met dit verhaal laten we Mammalapuram achter ons; er valt nog veel meer te schrijven (de honden, de vissers, de stille getuigen van de tsunami, het kassagedrag van de locals, Marianne en geld pinnen, internetcafés, eigen DE filterkoffie, de gebeeldhouwde grotten, het dansfestijn), maar we willen graag rekening houden met jullie tijdschaarste.
Op zaterdag 3-1-09, dag 48, vertrekken we om 04.15 uur met de taxi naar het vliegveld in Chennai waar we om 07.30 uur naar Sri Lanka vliegen.
-
21 Januari 2009 - 16:31
Pita,:
Hoi Marianne en Reinier,
Mammalapuram ben ik ook ooit gewesst, roept weer mooie heinneringen op.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley