Sri Lanka, Unawatuna, dag 48-73, deel 1
Door: Reinier en Marianne
Blijf op de hoogte en volg Reinier en Marianne
27 Januari 2009 | Sri Lanka, Unawatuna
We hebben weer een deel aan het papier kunnen toevertrouwen.Vanwege de lengte van het verhaal deze in twee stukken geknipt. Hier volgt deel 1.
Op 3-1-09 komen we om 10.15 uur aan op het vliegveld van Colombo Sri Lanka. Na het inmiddels zo vaak herhaalde ritueel lopen we met onze rugzakken richting uitgang. We willen direct pinnen en vragen naar de ‘Money machine’. De man die ons deze wijst vraagt wat onze plannen zijn. Ons scherp ontwikkelde argwaan is onterecht; hij geeft ons goede informatie en uiteraard wil hij geld verdienen met de door hem aangeboden taxi, maar het ‘pushen’ blijft achterwege. Hij wil ons ook wel naar de bus of trein brengen.
In India hebben we geinformeerd en op internet gekeken hoe de situatie in Sri Lanka is. Druk bezochte plaatsen, zoals bus- en treinstations, werden ontraden, maar met de nodige waakzaamheid is zuid Sri Lanka wel te bezoeken. De man vertelt dat gisteren nog een bomaanslag in Colombo is geweest waarbij acht mensen gedood zijn. Dat geeft een vreemd gevoel en hoewel we niet bang zijn uitgevallen beslissen we toch maar met de taxi te gaan. Je kunt trouwens niet anders het vliegveld verlaten dan met een taxi. De veiligheid is enorm verscherpt. Bussen en tuk-tuk zie je niet bij het vliegveld. Er is heel veel verandert merkt Marianne op; ze herkent het vliegveld niet meer.
Het vliegveld ziet er splinternieuw uit en is heel modern. Onze opmerking dat het tsunami geld is wordt ontkend; het vliegveld is een donatie van Japan. Japan speelt trouwens een grote rol in Sri Lanka; op veel plekken worden projecten of andere zaken gepresenteerd met een duidelijke Japanse steun. De meeste auto’s zijn ook van Japanse makelij.
Onderweg in de taxi dommelen we ongemerkt wat weg; we zijn al vanaf 04.00 uur op. De taxichauffeur stopt bij een tentje met King coconuts en we drinken het erg gezonde sap van deze vrucht.
Na zo’n 3.5 uur rijden komen we in Unawatuna, een leuk plaatsje aan een baai aan de Indische Oceaan. In Dalawelle staat het huis van Marianne en onaangekondigd stappen we uit. We halen de sleutel op bij Ariapala, zeg maar Ari, die voor het huis zorgt. Hij is er zelf niet, maar zijn zus geeft ons wat verrast over onze aanwezigheid de sleutel.
Marianne is erg nieuwsgierig hoe het met het huis is, want de laatste keer bij haar vertrek was men nog bezig de badkamer af te bouwen.
We gaan het huis binnen en ontdekken dat het huis kennelijk in gebruik is. De badkamer is niet schoon en er liggen scheerspullen. Verder is het huis goed op orde. Marianne mist wel spulletjes en de badkamer is niet afgewerkt zoals ze had opgedragen. Ook is het toilet niet compleet.
Kort erop komt Ari en naast zijn vriendelijke opgewektheid over het weerzien van Marianne protesteert hij ook dat hij niet weet van onze komst. Hij had dan het huis volledig gastklaar kunnen maken. We vragen uitleg over het kennelijke gebruik, krijgen maar deels antwoord, maar later komt de aap uit de mouw en blijkt hij vaak met vrienden gebruik te maken van dit huis om samen te drinken en plezier te hebben. De spullen die Marianne mist zijn bij Ari in huis om diefstal te voorkomen.
Terwijl hij zorgt dat het huis geheel gereed is voor ons verblijf, wandelen we zo´n 7 minuutjes en komen bij het strand. We drinken wat bij Sri Gemunu, een bekende plek voor Marianne en haar vriendinnen Riet en Pita. We maken een lange strandwandeling door de baai en passeren verschillende gezellige restaurants en terrassen. Het is niet druk, maar het is wel duidelijk dat het toerisme hier een bron van inkomsten is. Het blanke huid gehalte zal hier naar schatting een derde zijn van wat we Mammalapuram hebben gezien. Het is heerlijk weer, alle dagen dat we hier zijn trouwens, een graadje op 25/28 en soms uitlopend naar vlak boven de 30. Eén dag een beetje regen gehad, maar buitjes zijn hier zo voorbij en de zon neemt het dan weer over.
Als we bij huis terugkomen ziet het er piekfijn uit; de bedden zijn opgemaakt, de badkamer is weer schoon, de koelkast is schoon, rond het huis is geveegd, er staat een schaal met prachtig vers fruit, kortom gastklaar.
Tijdens de 25 dagen die volgen besteden we relatief veel tijd aan het huis. De loodgieter wordt 1.5 dag ingeschakeld om twee buitenkranen op water aan te sluiten en de lekkage aan de watertank te repareren. Ook de lekkage bij de wasbak in de badkamer wordt hersteld.
De timmerman is totaal 5 dagen druk met het aanbrengen van een nieuw schrotenplafond in de keuken en het vernieuwen van vier nieuwe ramen, die vermolmd zijn door houtworm.
En de metselaar is met zijn assistent 2.5 dag bezig een nieuwe toplaag aan te brengen op de muur rond de woning. Een muur wordt voorzien van glasscherven om potentiele dieven buiten het erf te houden. Veel woningen zijn voorzien van vloeren en muren met een rode kleur. De specie wordt met een rode poeder aangemaakt waardoor die kleur ontstaat. Grappig genoeg heet die poeder, Holland cement.
De electricien herstelt de verlichting en de ventilator op een slaapkamer en een klusser repareert de dakgoten. Tenslotte voorziet de schilder de muren weer van een verse laag kleurige verf.
Alle benodigde materialen moet men zelf kopen. Dus op de gehuurde scooter steeds met de betreffende bouwvakker achterop naar de ‘hardware’ winkel, een winkel waar allerlei bouwmaterialen te koop zijn die zo dicht op elkaar zijn opgesteld dat de medewerker nauwelijks loopruimte heeft. Voor verschillende artikelen, zoals verf, gelden vaste prijzen, maar dat is niet goed te controleren. We krijgen steeds meer de indruk dat we toeristenprijzen betalen i.p.v. locale prijzen. Daarom laten we Ari het zand voor het cement kopen. Maar dat blijkt ook niet zo’n goed idee te zijn, want hij heeft kennelijk geen notie van verhoudingen en koopt wel 10 keer te veel zand die hij door een vrachtauto laat brengen. Zijn we toch weer duur uit. Maar hij weet het zand door te verkopen.
Gezien de ervaring van de niet naar wens afgebouwde badkamer besluiten we de bouwvakkers enigszins in het oog te houden, zodat er gebeurt wat de bedoeling is. Dat begint al met direct goeie afspraken te maken. Dat valt hier niet mee. Je kunt wel afspraken maken maar onze ervaring is dat die steeds weer anders uitvallen, waardoor we toch steeds duurder uit zijn. Met de loodgieter denken we een dagtarief af te spreken en na een halve dag als hij klaar is met de eerste 3 klussen, beweert hij dat het een contract is, waarbij de klussen voor een bepaalde prijs worden uitgevoerd, zeg maar een aanneemprijs. Dat levert een heftige discussie op met de 70 jarige ‘plumber’, die van geen wijken weet. Hij zegt dan nog doodleuk dat hij er anders wel een hele dag over zou doen. Met de timmerman verloopt het prima volgens afspraak; hij doet ons denken aan het mannetje op de foto die we ‘hij loopt geen tandje te hard’ noemden; hij zou z‘n broer kunnen zijn. De timmerman is een vrolijke man die voortdurend moet lachen om onze dingetjes. Hij krijgt Hollandse koffie en een Hollandse lunch, een uitsmijter. Hij vindt het heel amusant.
De metselaar komt met een onbestelde assistent, terwijl we al een prijs met hem hebben afgesproken. We blijven bij onze maximale prijs, maar zoals te voorspellen, zijn we dat ook kwijt.
Koffie, thee, frisdrank en lunch komen voor onze rekening; Ari zegt dat dit hier gebruik is. Men komt niets te kort.
Culturen kunnen op dit punt hier makkelijk botsen, tempo, afspraken nakomen, gebruik van onze spullen, elke dag dat deel betalen, effe wennen.
In de omgeving van het huis staan enkele huizen en een klein winkeltje. We krijgen een goede indruk van het leven van de locals. Ze zijn ‘s morgens vroeg wakker, we horen de eerste geluiden rond 6.00 uur en ‘s avonds gaat men vroeg naar bed. Overdag is er niet zoveel beweging, maar ‘s avonds zitten de locals luid spraakzaam bij elkaar aan straat en hoor je uit verschillende huizen muziek of mantra’s. Het huis grenst aan een stukje jungle, dus je krijgt van de natuur ook wel wat mee. Allerlei mooie vogels, waaronder de ijsvogel, apen die je een enkele keer spot, regelmatig passerende eekhoorns, een totaal ongevaarlijke leguaan die af en toe hier huist en geluk schijnt te brengen en de nodige torretjes, mieren en een enkele spin en kakkerlak. De muggen zijn een crime, je hoort en ziet ze nauwelijks en als je ze in de gaten hebt komt dat door het prikje. Als je in staat bent de jeuk niet weg te krabben dan is het de volgende dag over. Maar dat lukt ons niet altijd waardoor de benen wel wat plekjes te zien geven. Een spray en de Ninja spiralen zijn onze wapens.
Nadeel is dat de treinen kort achter het huis passeren. Geeft een 10-15 seconden veel herrie, waar je gek genoeg ook deels aan gaat wennen.
‘s Morgens gaan we lekker ontbijten op de veranda op de eerste verdieping. Dat is een prettige ontspannende gebeurtenis met zicht op de verschillende dieren. Zo loopt er vlak voor de woning een telefoonkabel ter hoogte van het dak. Regelmatig zien we eekhoorntjes moeiteloos deze kabel als een soort highway door de jungle gebruiken om van boom a naar boom b te lopen. Het is heel leuk deze knabbels en babbels over het draad te zien trippelen en behendig een boom in te zien springen; ze kunnen zich enorm snel verplaatsen. En er zitten er heel wat hier.
In zo’n buurtje ervaar je de locale gebruiken van dichtbij. Zo komen dagelijks de bakker, de visboer en het gokmannetje langs. Ieder heeft zijn eigen herkenbare geluid. De bakker rijdt in een bestelauto met glazen opbouw, waarbinnen tussen de schappen een medewerker op een tuinstoel zit. ‘s Avonds zit hij mooi verlicht zichtbaar in zijn glazen huisje; een komisch gezicht. Hij bedient de mensen door een soort loket. De luidsprekers laten met aardig wat decibels een fluitdeuntje ontsnappen. Als je niet beter weet denk je dat een peloton soldaten vrolijk fluitend langs komt.
De visboer fietst met zijn grote bak met verse vis door de wijk en zijn krachtig geluid lijkt op een enorme kreun, alsof een dronkaard iemand met veel moeite gedag zegt, maar het kan evengoed het geluid van een hert in bronstijd zijn. Als we hem horen doen we gezellig mee.
Het gokmannetje fietst met zijn bak met allerlei loterijkaartjes door de straat met aan zijn voorvork een luidspreker gemonteerd en op het rekje achter zijn zitting een oude accu. Zijn geluid bestaat uit zijn eigen metalen stem die in onverstaanbaar Singalees vermoedelijk een uitlokkende gokboodschap laat horen afgewisseld door een krakerig muziekje. En bij ieder is de klandizie goed te noemen. Erg mooi deze traditionele straathandel.
Behalve met Ari en zijn vrouw en dochtertje, die we elke dag spreken en bij wie we uitgenodigd worden te komen eten, hebben we een paar keer contact met Niron, met Wimilasiri en Siripala. Niron is de 26 jarige broer van Niluk een goede vriend van Marianne van wie we de scooter huren. Niluk zit in Noorwegen met zijn Noorse vriendin. Niron is een slimme mooie jongen die een beetje al te graag geld ziet. Hij probeert op een niet geheel sympathieke manier geld bij ons los te krijgen, maar de feedback die we hem hierop geven doet hem gelukkig veranderen en wordt het toch nog gezellig.
Wimilasiri is een levensgenieter van de eerste orde. Hij neemt niet alles even serieus, is altijd opgewekt als we hem zien en moet om de kleinste dingetjes lachen. Het is een heel gezellige 39 jarige Singalees, van wie Marianne het huis heeft gekocht. Hij vertelt op een wat ondeugende maar open manier hoe hij het toen heeft gespeeld en heeft er plezier om. Hij nodigt ons uit en kookt voor ons heerlijke calamari. We mogen ons inmiddels aardig aangezwollen vuile was verschonen in zijn wasmachine. We hebben leuke gesprekken met hem, zijn vrienden, zijn broer en schoonzus.
Siripala is 70 jaar en Marianne heeft van hem de Aryurvedische massages geleerd. Een bijzonder sympathieke, innemende en wijze man, die als we hem opzoeken heel ziek blijkt te zijn. Hij is letterlijk zo mager als een lat en hij ligt lusteloos op bed; hij maakt een uitgeputte indruk. Hij kan nauwelijks praten en snakt voortdurend naar adem. Hij heeft diabetes en long- en hartproblemen. Hij leeft op als hij Marianne ziet; zijn ogen staan kristalhelder en stralen volop energie uit. Het blijkt dat door het ontbreken van financiele middelen hij de benodigde medicijnen niet kan kopen en geen consult bij de arts kan betalen. Hij heeft al vier dagen niet gegeten op een enkele banaan na, omdat hij het vaste eten er nauwelijks door kan krijgen. Een bakje yoghurt lukt wel, maar dat blijkt veel te veel suiker te bevatten. Niemand van de familie heeft werk dus geen inkomen. Af en toe helpen vrienden als ze daartoe in staat zijn.
We besluiten met hem naar de dokter te gaan en Marianne regelt allerlei voedingsvariaties die vloeibaar zijn en veel vitaminen en mineralen bevatten, zoals havermoutpap, bouillon, curd met honing en herbelive. Met het patientendossier, een schriftje waarin de artsen hun bevindingen en voorschriften schrijven, gaan we met de tuk-tuk naar de dokter, die hem onderzoekt, uitleg geeft dat de kwaal wel te verbeteren maar niet te genezen is en hem medicijnen voorschrijft die hij kan herhalen. We halen alle medicijnen voor 1 maand bij de apotheek en laten hem met wat adviezen en eetvoorschriften aan vrouw en dochter achter. De aandacht en de verse medicijnen doen Siripala duidelijk goed; het geeft hem energie en een goed humeur, maar hij is zwak en heeft veel pijn. Twee dagen daarna bezoeken we hem weer en is hij behoorlijk aangesterkt, hij is uit bed en zit op zijn oude vertrouwde plek bij de voordeur die altijd openstaat ondanks het vlak voor het huis langs razende verkeer. Het eten vinjdt hij lekker en sterkt hem goed aan. Dat is te merken ondanks de pauzes die hij tijdens het praten moet nemen. Hij verhaalt over zijn Aryurvedische ervaringen met enige ondeugd en humor. Hij heeft plezier. Het doet ons goed hem met zo weinig middelen en wat aandacht zo snel te zien verbeteren.
Dit was het begin van ons verblijf in Unawatuna. Deel 2 volgt.
Groetjes
-
27 Januari 2009 - 21:49
Pita:
Wat een herkenbaar verhaal. Herkenbare plekken en mensen.
Leuk om te lezen.
Liefs, Pita. -
27 Januari 2009 - 21:49
Pita:
En wat een mooooie stoelen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley