Calcutta - Chennei per trein, dag 37 - Reisverslag uit Calcutta, India van Reinier en Marianne Tameling en van Veen - WaarBenJij.nu Calcutta - Chennei per trein, dag 37 - Reisverslag uit Calcutta, India van Reinier en Marianne Tameling en van Veen - WaarBenJij.nu

Calcutta - Chennei per trein, dag 37

Door: Reinier en Marianne

Blijf op de hoogte en volg Reinier en Marianne

01 Januari 2009 | India, Calcutta

Dinsdag 23-12-08, om 22.45 uur vertrekt de trein vanaf het station in Calcutta, in India Kolkata genaamd.
Op het station is wagon S3 ‘sleeperclass’ makkelijk te vinden; alle wagons zijn genummerd en geclassificeerd. De zware rugzakken kunnen al weer snel in ruste onder de bank van onze zitplaatsen. Sleeperclass is toch iets anders dan we hebben begrepen. Het is niet de afgesloten ruimte voor max 6 personen die we verwachten, zoals de coupés in onze treinen. In deze treinen ontbreekt die afsluiting. De ’open’ coupé bestaat uit twee tegenover elkaar gelegen banken voor zes zitplaatsen, die ook als slaapplaats dient en de overige slaapplaatsen bestaan uit de opgeklapte rugleuning en de plank op de plek waar in onze trein het bagagerek zit.
Aan de andere kant van het pad zijn twee tegenover elkaar gelegen zitplaatsen met daarboven ook een slaapplaats. Totaal zijn er dus acht slaapplaatsen. In de wagon zijn zo’n 10 van dergelijke ruimten die in open verbinding met elkaar staan. Iedereen komt dus langs lopen. We zitten relatief dichtbij de toiletten en dat is in dit geval niet erg gunstig, vanwege de toenemende geuren naarmate de reis vordert.
De trein vertrekt op tijd. Alle plaatsen zijn bezet. We delen de plaatsen met twee mannen uit India, één uit Bangladesh, die één arm in het gips heeft en één uit Zuid-Korea. Ze reizen allemaal naar Chennai. De plaatsen aan de andere kant van het gangpad worden wisselend bezet met mannen en vrouwen kennelijk uit één familie. In deze samenstelling en onder deze omstandigheden reizen we de komende 30 uur (we deden er één uur langer over dan gepland) naar Chennai. Niemand van de mannen spreekt goed Engels, dat valt ons overigens wat tegen, want we meenden dat in India veel meer mensen Engels zouden spreken. Ook op andere plaatsen en zeker in Calcutta zijn weinig mensen het Engels machtig. Vaak wel een klein beetje, maar dan is het moeilijk te verstaan vanwege het Indiase accent waarmee de uitspraak is gemêleerd.
De man uit Bangladesh is nog de beste uit het klasje, maar hoe verder de reis vordert hoe meer moeite we met deze man hebben, waardoor de communicatie beperkt blijft tot het hoognodige. Hij gedraagt zich echt als een boer, laat alle geluiden die een lichaam produceert de vrije loop, geeuwt als de koning der dieren, rochelt en spuugt, waarvoor hij veelvuldig zijn hoofd half in het voortdurend geopende raam draait en krabbelt met zijn enig bruikbare hand met hoge regelmaat aan zijn zak. Het gluren en loeren naar Marianne leert hij gedurende de reis niet af. Een beetje de vieze oude man van Koot en Bie, alleen wat jonger. Jammer dat jullie dat nu net even gemist hebben Simone, Marije en Jorien.
Al snel na vertrek maken we ons op voor de nacht. Wat opvalt is dat iedereen bij het installeren van tassen en koffers een lange ketting met slot tevoorschijn tovert. Behendig maken ze deze vast aan de kennelijk daarvoor bestemde beugels onder de banken. We zitten daar een beetje appelig en verbaasd naar te kijken, maar na wat gebrekkig hierover te zijn geïnformeerd blijkt het nog al eens voor te komen dat ongemerkt spullen verdwijnen. Wij hebben geen ketting met slot en duwen onze rugzakken zo ver mogelijk onder de bank, zover mogelijk van het gangpad af. We kruipen in de zelf meegenomen dekbedovertrek. Het is er nog behoorlijk warm, maar het is wel prettig iets over te hebben. Marianne slaapt op de onderste bank, Reinier op de middelste en de Zuid-Koreaan slaapt zowat tegen het plafond. Aan de overzijde slapen en snurken respectievelijk, de B-boer en de twee Indiërs.
We slapen niet echt geweldig. Deels door de vrij harde banken, die bestaan uit planken voorzien van een te dun laagje schuim onder de blauwe skay bekleding en deels door onze alertheid voor potentiële rovers. Alles wat waarde heeft stoppen we in onze dagrugzak en gebruiken dit als hoofdkussen. De luiken worden dicht geschoven en de ramen, voor zover gewillig afsluitbaar, ondergaan dit.
De trein stopt ontzettend vaak en we worden de volgende morgen, de nacht voor een groot deel te hebben ervaren, verder wakker. De toiletgang is, ondanks de regelmaat waarmee deze worden schoongemaakt, geen blijde gebeurtenis. Een gat in de vloer en de twee voorgesorteerde voetsteunen bepalen je positie, op zich schoner dan een ‘gewoon’ toilet. Maar soms moet je gewoon, om niet te hoeven kokhalzen, even je adem inhouden of geurende vochtige toiletdoekjes voor je mond houden en heel snel je boodschap doen. Vooral niet nadenken, voor Reinier wel een beetje moeilijk. Doordat de afstand tussen de toiletten en onze zitplaatsen relatief kort is mogen we van tijd tot tijd van de daarbij behorende geuren ‘genieten’.
“s Morgens is het in die omgeving nogal druk. Komen en gaan van toiletgangers wordt afgewisseld met driftig tandenpoetsende reizigers. De één wast zijn handen in het metalen wasbakje waarvan je het kraantje ingedrukt moet houden en de volgende gebruikt hetzelfde kraantje en wasbakje om de tanden te poetsen. Als deze laatste activiteit net bij een station plaatsvindt, zijn de deuropeningen bezet en wordt het poetsvocht op de grond naast de trein gemikt. Met zoveel ervaring daarmee is goed mikken een makkie.
Gedurende de dag turen we wat naar buiten, zitten of liggen half in verschillende houdingen, doen een spelletje, lezen wat, observeren de veelheid van mensen in de trein en op de stations en dutten onder de cadans van de trein af en toe in. Even denken we aan Guus Meeuwes. ( Kedeng, Kedeng, oeh, oeh)
Het voorbij glijdende landschap is overwegend vlak, veel landbouwgrond en af en toe een stukje bos of een riviertje. De spoorlijn loopt vlak langs de Oostkust, maar de zee zien we niet.
We kopen onderweg verschillende keren water en een paar bananen en verorberen de chips die we hebben meegenomen. We kopen de aangeboden lunch en avondeten, dat bestaat uit jawel, rijst en wat groente en een sausje, Dahl genoemd. Naast de geurende toiletten niet echt een verassing.
Het is warm overdag, maar de tegen elkaar openstaande ramen geven voldoende verkoeling. De grote veelal verroeste ventilatoren, zo’n vier stuks op een rij in elke ‘coupé’, zijn terecht uitgeschakeld.
Een Indiër komt bij ons zitten en knoopt een praatje aan. Hij spreekt redelijk Engels. Hij moet naar Bangelore, een mooie stad, die een bezoek waard is, maar niet in ons schema voorkomt. Hij wijst in de coupé die aan ons grenst, zijn vrouw en kinderen aan; hij vertelt nog het e.e.a. en bij zijn vertrek schut hij ons dankbaar de hand.
Tijdens de reis zien we een variatie van mensen voorbij komen. Behalve de legale en illegale passagiers, zien we allerlei vormen van handicaps van de redelijk wat bedelaars en komen handelaars van de meest uiteenlopende artikelen hun waren aanprijzen; van ritsen tot hartige hapjes en van koffie tot speelgoed; een sliert van marktactiviteiten. En bij het aandoen van stations lopen deze handelaars file in het gangpad. Iedereen heeft zijn eigen onverstaanbaar geluid gemaakt, vaak met vervormde stemmetjes, waardoor het geluid harder doorkomt.
Het ritueel van het gaan slapen ondergaan we met wat meer vertrouwen over onze spullen en we slapen die nacht goed, maar kort, want we zetten de wekker om 03.30 uur. Onze rugzakken liggen nog onaangeroerd op hun donkere plek. Tegen 05.00 uur staan we met onze nog volledige bagage in de vertrek- een aankomsthal van het station in Chennai. Veel mensen zittend, lopend en liggend.
We hadden met Shree, een Indiase kennis, afgesproken dat hij ons zou komen ophalen. Hij was er niet en we bellen hem op. Slaperig beantwoordt hij de telefoon en meldt dat we niet bij hem terecht kunnen. Hij wilde nog een ander hotel regelen maar had dit nog niet gedaan omdat ie dacht dat we ‘s middags aan zouden komen. De verbinding is erg slechts en we spreken af dat we de taxichauffeur die we vast zullen vinden met hem laten bellen. Buiten het station worden we aangesproken door verschillende taxichauffeurs en kiezen er één. We laten hem bellen en hij weet nu het adres. Uit eerdere gesprekken hadden we begrepen dat het een uur rijden was en we spreken na wat onderhandelen 400 rs af. We volgen de taxichauffeur en i.p.v. zijn eigen auto te nemen spreekt hij een andere taxichauffeur aan, ze overleggen wat en onze spullen worden er ingeladen. Hij wil nog 50 rs extra, maar afspraak is afspraak, dus we vertrekken. De taxichauffeur vertelt dat hij de ander 150 rs moest betalen, zodat hijzelf maar 250 rs overhoudt. Dit soort bemiddeling wordt veel toegepast en de man die dit deed was volgens de chauffeur erg gevaarlijk, dus ging hij maar akkoord.
Onverwachts snel zijn we op het adres van Shree, die na enige tijd wachten buiten verschijnt. Hij blijkt waterpokken te hebben en het huis is besmet, dus kunnen we niet terecht. We spreken kort met elkaar; het was voor Marianne ruim een jaar geleden dat ze deze sympathieke Indiër had gesproken. Hij noemt ons een geschikt hotel en we gaan weer op pad met onze taxichauffeur.
Het hotel is vol. In Chennai wordt een internationaal muziekfestival gehouden en de hotels zijn behoorlijk bezet, verwachten. Het tweede hotel is veel te duur, zo’n 53 euro per nacht. Een tuk-tuk driver weet een goedkoop hotel met beschikbare kamers. We wisselen van vervoermiddel, maar ook dit hotel zit vol. Bij het vierde lukt het ons eindelijk een redelijk betaalbare en schone kamer te krijgen. Onze gratis rit en overnachting, die we hadden verwacht, valt heel anders uit.
Na twee dagen en nachten in dezelfde kleding te hebben geleefd, voelen we ons vies. We douchen ons met het inmiddels vertrouwd gevoelde koude water en slapen een paar uur bij. Rond 11.00 uur worden we wakker en gaan Chennai in.

  • 01 Januari 2009 - 10:51

    Riet Brouwer:

    Hallo popjes,
    De beste wensen voor 2009 en verder hoop ik nog erg vaak dit soort reisverhalen te mogen lezen!!!!
    Groeten van Riet

  • 01 Januari 2009 - 12:06

    Marcel Diepenmaat:

    Beste Rein en Marianne,

    Ik wens jullie een fantastisch maar vooral gezond 2009 toe. De reisverhalen vind ik bijzonder en doet me ook deels denken aan de tijd die ik in Tibet en China heb doorgebracht( 2005). Vooral Bhutan spreekt me erg aan. BLijf genieten en vooral schrijven over deze prachtige reis en ervaring.

    Groetjes,

    Marcel Diepenmaat

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Reinier en Marianne

We vinden het leuk om onze familie en vrienden op de hoogte te houden van onze rondreis door Azie. Om dit via een weblog te doen heeft als voordeel dat je ook nog eens contact krijgt met reizigers onderweg, met wie je je mooiste maar ook je slechtste ervaringen kunt uitwisselen. We hebben vreselijk veel zin in dit avontuur!

Actief sinds 13 Nov. 2008
Verslag gelezen: 211
Totaal aantal bezoekers 27981

Voorgaande reizen:

17 November 2008 - 16 Februari 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: