Dag 27: Thimphu, Bhutan
Door: Reinier en Marianne
Blijf op de hoogte en volg Reinier en Marianne
18 December 2008 | Bhutan, Thimphu
Op het vliegveld komen we vrij snel in gesprek met Kunzang Wangmo, die ons al heel veel info geeft over Bhutan. Ze is program officer voor het ministerie van ‘labour& Human Resources’. Alleen de naam van dit ministerie roept bij ons al veel vragen op. Hele vriendelijke jonge dame, die Kunzang. We hebben van haar een uitnodiging gekregen om een dag met haar door te brengen om ook andere dingen te zien dan de traditionele toeristische zaken, als we tijd hebben zullen we hier zeker dankbaar gebruik van maken.
Nou in Bhutan is men aardig wat verder dan Nepal en India als het gaat om sociale voorzieningen, men kent hier zelfs een arbeidsongeschiktheidsverzekering, er bestaat controle op veiligheid in bedrijven en men heeft allerlei projecten voor werkeloosheid en ontspoorde jongeren. Als je dan bedenkt dat 30 jaar geleden hier nog geen telefoon of internetverbinding was en er geen contacten met de buitenwereld waren, heeft er een behoorlijke snelle progressie plaatsgevonden. De nationale taal heet Dzonga, de tweede taal is Engels.
Het inmiddels bekende ritueel op het vliegveld ondergaan we gedwee en in de wachtruimte nemen op een gegeven moment ook deel aan het gesprek een Amerikaanse man wonend in Alabama die net uit Tibet kwam en daarover vertelt en een Zuid Afrikaanse man uit Johannesburg die in z’n Nederlands-Afrikaans met ons kan praten. We wilden ook naar Tibet, zou gesloten zijn, kennelijk dus niet. Maar de Amerikaan was erg geschrokken van het militair vertoon van de Chinezen in Tibet, waar de eigen bevolking erg wordt gediscrimineerd vanwege de Chinese overheersing. Misschien maar goed dat Tibet niet doorging. Leuk trouwens direkt zulke contacten en gesprekken.
De vlucht naar Paro is schitterend, helder weer en een prima zicht op de Himalaya waaronder de Mount Everest, waar we bijna de hele vlucht parallel aan vliegen. De kolossale witte pieken komen hoog boven de bewolking uit en we hebben de indruk dat we bijna op dezelfde hoogte vliegen. Het vliegtuig landt, zoals voorspeld, manoeuvrerend langs de zeer dichtbij lijkende bergen.
We nemen afscheid van onze sympathieke Bhutaanse informante en buiten worden we opgewacht door onze bijzonder vriendelijke begeleiders, die ons de komende dagen zullen laten kennismaken met de vele aspecten van Bhutan. De gids heet Jimba en de chauffeur heet Karma, een mooie Boeddhistische naam. Deze namen worden overigens bepaald door een gekwalificeerde monnik, nadat de baby 3 dagen jong is. Wat erg opvalt is dat de mensen veel meer vrijheid hebben dan b.v. in India of Nepal, ze bepalen n.l. zelf met wie ze willen trouwen en hebben veel vrijheid om te reizen. Er is gelijkheid tussen jongens en meisjes, ze hebben dezelfde rechten.
Heel passend vinden we voor dit land het bestaan van ‘the commission of happiness’.
De leden hiervan reizen door het land en spreken met vele inwoners, vooral de mensen van het platteland. Men informeert welke problemen de mensen hebben en komen dan met oplossingen. Dat kan heel uiteenlopend zijn, van het schenken van een stuk land of onderkomen tot financiele ondersteuning bij ziekte of werk. Uitgangspunt is dat mensen niet ongelukkig zijn. Het betekent niet dat de regering alles oplost. Mensen die bv niet werken hebben geen inkomen. Ook is er speciaal onderwijs voor gebrekkige kinderen. Niemand is hier echt arm of heel rijk.
Maar er is ook onlangs een anti corruptie commissie ingesteld. Niet dat dit op grote schaal voorkomt, maar door de invloed van nieuwe ontwikkelingen, waaronder internet en televisie, zijn er wel tekenen in die richting. Het is duidelijk dat Bhutan er alles aan doet om de zuivere Bhoeddistische principes hoog te houden.
Onze bagage en wij worden ingeladen in een dikke Hyundai diesel 6 cilinder fwd. Wel even wat anders dan de Nepalese Suzuki Alto. Alleen al aan de auto´s kun je zien dat dit land veel welvarender is dan menig Aziatisch land.
Eerst worden we naar een restaurant gereden, omdat men meent dat we wel wat lusten en even rust willen. Te uitgebreide, maar heerlijke lunch met als bijzonderheid eetbare planten die zeer smakelijk zijn en de populaire Bhutaanse chili and cheese. Erg spicy voorspelt men, maar met enig beleid is het goed te doen; ook erg lekker. Maar de aardappeltjes in kaassaus gaan er ook prima in.
We rijden zo’n anderhalf uur door de bergen op een hoogte van 2300 meter. Dit gaat niet zonder slag of stoot, even stoppen onderweg om Marianne het eten weer terug te laten geven aan de aarde en weer hobbelend verder door de vele scherpe haarspeldbochten naar de hoofdstad Thimphu met haar ca. 80.000 inwoners.
Een schitterende route door de bergen met geweldige uitzichten, geen bomen en struiken op de berghellingen vanwege de hoogte. Vreemd want de bomengrens ligt hoger.
Wat ook opvalt is de bouw van de huizen, veel houtsnijwerk en beschilderingen met voorstellingen uit de Maya kalender en typische bijna platte maar ruim overstekende daken,waarbij de ruimte vlak onder het dak rondom open is.
Het is haast niet uit te leggen wat voor gevoel het je geeft als je dit land binnenkomt, het is sereen en puur en voelt zoveel meer ontspannen dan in Nepal, we weten nu al dat we een zeer goede keuze hebben gemaakt.
Het hotel, genaamd Phuntsho Petri, is erg mooi, een hele ruime hal waar je in een vide kijkt met zo’n 4 verdiepingen. Jimba heeft in de anderhalf durende rit zoveel verteld, dat onze oren nog tuten en we waarschijnlijk morgen de helft alweer zijn vergeten. Maar hij zegt diverse keren alles te vragen wat we willen of hij heeft de vraag al drie keer beantwoord, heerlijk als iemand zoveel geduld heeft. Hij legt nog e.e.a. uit over het programma voor de komende dagen en we spreken de volgende dag na het ontbijt af; we kunnen de rest van de dag ons eigen gang gaan.
Na het avondeten storten we ons in het zaterdagavond uitgaansleven van Thimphu. In de ‘mainstreet’ gebeurt dit allemaal is ons gezegd, dus op naar vertier en verderf. Na de straat met onschuldige winkeltjes en vriendelijke groetende jongeren aan beide zijden te hebben afgestruind, worden we gelokt door Aziatische klinkende muziek vanuit een soort ondergrondse ruimte. We lopen, op het ergste voorbereid tegen de steeds luider wordende muziek in. Achterin de zwak verlichte ruimte op een niet verhoogd podium staan wat muziekinstrumenten en bespeelt de enige muzikant een keyboard. Aan alle zijden staan lage houten bankjes bezet met een aaneengesloten rij jongeren, die op een enkeling na, aandachtig naar de muziek zit te luisteren. Centraal in een hoek staat een niet actieve tv. De rest van de vloer is leeg, voldoende ruimte om te dansen, maar de enige activiteit zijn wij die nieuwsgierig een kijkje komen nemen. Daar blijft het ook bij en na deze indruk van dit uitgaansleven, gaan we weer naar het hotel. De avond is inmiddels koud geworden en de nachten geven een vertrouwd thuisgevoel in deze tijd van het jaar, want de temperatuur is rond het vriespunt. Dus opnieuw biedt het thermo ondergoed weer een warme oplossing.
De volgende dag, dag 28, zondag, na het ontbijt staan Jimba en Karma weer dienstbaar voor ons klaar en rijden we de berg op waar het radiostation is gelegen. Vanaf deze plek hebben we een schitterend uitzicht op Thimphu. De berg hangt vol met gekleurde vlaggen en vlaggetjes ter nagedachtenis aan een overledene of ter vervulling van een wens, men noemt ze gebedsvlaggen. Hoog gelegen plaatsen zijn gunstig want dan kan de wind de teksten op de vlaggetjes, meestal mantra’s, meenemen om het ver te kunnen verspreiden.
In openingen tegen de berghelling staan en liggen talloze mini stupa’s. Deze ca 5 cm hoge herdenkingsvoorwerpjes worden door de Boeddhisten om dezelfde reden als bij de vlaggetjes daar neergezet. Ze zijn gemaakt van klei en bij de herdenking van een overledene bestaat het ook deels uit de as van het gecremeerde lichaam. Vaak gaat hieraan een bezoek aan een astroloog vooraf die vaststelt welke dag de geluksdag is of een advies geeft over de wens die men heeft.
Daarna bezoeken we de met enige trots aangekondigde plaatselijke dierentuin genoemd naar het wonderbaarlijke dier, de Takin, die in de 12e eeuw door een zonderling figuur, de devine madman genoemd, aan wie uiteraard de legende is gewijd, is samengesteld uit het lijf van een koe en de kop van een geit. Een ’letterlijk ‘rondje’ dierentuin levert zo’n 5 gespotte reeen op en een viertal Takins. Gespannen kijken we naar andere dieren uit, maar zonder resultaat. En toegegeven de Takin is wat vreemd. Een lijf ter grootte van een koe maar behaard als een wild zwijn en een kop die inderdaad veel weg heeft van een geit, maar ook wel wat van de Yak. Maar dan zou ie misschien koeyak heten en te makkelijk zijn te verwarren met een bekende Franse drank.
Een kort bezoek aan een nonnenklooster is de volgende bezichtiging. De diverse rituelen en activiteiten worden uitvoerig door Jimba uitgelegd. Monniken en nonnen hebben afzonderlijke kloosters. Heeft ook weinig zin ze bij elkaar te zetten, want ze mogen niet trouwen, dus slim om ze niet in de verleiding te brengen. In kloosters leven hele oude mensen, velen halen de honderd en er zijn er wel die 115 tot 120 jaar oud worden. Dus het Guinnes Book of World Records moet hier maar eens komen kijken.
Doorgereden naar het schitterende complex van het ministerie, het parlement en het paleis van de 5e 29 jarige koning van Bhutan. Alles ligt binnen één groot complex grenzend aan een golfbaan. Het zijn drie afzonderlijke onder traditionele architectuur gebouwde bouwwerken, witte hoge muren en de rest in prachtig beschilderd houtwerk.
Het paleis is slechts op afstand te zien, fotograferen en filmen is niet toegestaan. Het parlementsgebouw hebben we slechts vastgelegd op de gevoelige plaat. Maar we zijn wel het gebouw van het ministerie binnen gegaan. Een grote binnenplaats, soort binnenhof, geeft rondom zicht op de prachtige gebouwen. Aan de ene kant is het ministerie gevestigd met als hoofd de koning, die overigens eindverantwoordelijk is en niet onschendbaar, zoals bij ons en daartegenover ligt het klooster. Je zou kunnen zeggen dat overheid en Bhoeddisme hand in hand gaan, niet alleen de fysieke gezamenlijke aanwezigheid binnen één gebouwencomplex, maar ook in wet- en regelgeving. Deze wordt in samenspraak vastgelegd zodat alle uitgangspunten en principes zijn gewaarborgd. Helemaal niet zo gek want persoonlijk belang en ministrieel scoren wordt voorkomen. Hopelijk hebben onze hoogheden Alexander en Maxima tijdens hun bezoek hier het e.e.a. opgestoken.
Na de lunch gaan we naar de plaatselijke groentemarkt. Een kleurrijk geheel met een geweldige variatie aan groente en fruit tussen de schuifelende klanten, die de gekochte producten laten afwegen in weegschalen die je bij ons in antiekzaken vindt. We krijgen uitleg over de ons onbekende producten en Jimba laat ons de nieuw aangelegde markt zien. Nu zitten alle leveranciers op kleden en plastic op de grond. De nieuwe markt, door de overheid aangelegd, is overdekt met een uitgebreid genummerd systeem van stenen tafels. Een enorme vooruitgang. De overheid onder leiding van de koning doet hier heel veel voor de bevolking. De koning wordt dan ook op handen gedragen. De kort geleden gehuldigde koning moet zich nog bewijzen en dat zal lastig zijn gezien de ongekende populariteit van zijn vader.
We stoppen ook nog even bij de in dit land erg populaire en alom toegepaste sport ‘archillerie’ oftewel boogschieten. Twee groepjes met een man of 10 staan 160 meter van elkaar met elk een met een roos geschilderde plank van 100 bij 40 cm; veel te klein om op dergelijke afstand een echt gericht te kunnen schieten. De mannen in nationale klederdracht schieten de pijl af en zodra de roos wordt geraakt is het feest. De mannen die bij de roos staan, maken collectief een heel grappig dansje onder het uitbrengen van een vrolijk lied. Gelijktijdig geven ze aanwijzingen aan de groep aan de andere zijde van de 160 meter op welke plek de pijl naast de roos komt. De andere groep mannen reageert ook weer met een vrolijk dansje onder het uitbrengen van allerlei kreten. De meeste pijlen gaan overigens naast, niet vreemd op zo’n afstand, maar toch onvoorstelbaar dichtbij de plank met roos.
Marianne is de dag wat slapjes begonnen, maar het wordt van kwaad tot erger. Er is van 5 tot 8 ‘s avonds een rock optreden van een band die we op het vliegveld even kort spraken en die ons uitnodigde voor dit optreden. We zijn er maar niet heen gegaan om Marianne wat te laten aansterken voor de komende dagen; hoofdpijn, overgeven, ellendig gevoel, waarschijnlijk mede door het hoogteverschil. Inmiddels kan paracetamol weer, dus een paar pillen en diep en warm onder de wol. Geeft even de gelegenheid dit verhaaltje te schrijven. Vandaag nog geprobeerd eerder gefabriceerde verhalen op de weblog te krijgen, maar het geluk van Wifi, dat we in het vorige hotel hadden, moeten we hier ontberen en de stick waarop alles staat wordt niet gelezen. Dus moet dit laptopje een vaste verbinding zien te krijgen. Maar als je dit leest weet je dat het is gelukt.
-
18 December 2008 - 13:47
Simone N:
Het is dus gelukt en ja misschien kunnen wij veel van hen leren, maar zij ook van ons! Rochelen in een restaurant getuigt niet van geweldige opvoeding, wat een andere wereld. -
18 December 2008 - 18:14
Lyonne:
Hoi mensen. Leuk elke keer weer om jullie verhaal te lezen.
Ons Ties is vannacht vertrokken naar India.
groetjes vanaf de duivekervel.Houd het gezond.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley